Twee maanden geleden was ik met Audrey in de Belgische Ardennen. Het was een geweldige belevenis – zie verslag: La Semois - en vooral het wadend vissen in de rivier was erg leuk. Deze keer gingen we met het hele gezin naar dezelfde plek. Met drie kinderen zat onze stationcar behoorlijk vol, maar gelukkig was er nog wat plek voor mijn visspullen. Het zou geen visvakantie worden, maar iedere dag een paar uurtjes vissen moest gaan lukken. Aangekomen op de camping werd de tent opgezet terwijl mijn oudste dochtertje de omgeving ging ontdekken. Nadat alles stond liep ik naar het bruggetje van een smal riviertje dat uitkomt in de Semois, vlakbij de plek waar ik de vorige keer barbelen had zien zwemmen. Ik was benieuwd of ik ze weer zag. Ik stond op het bruggetje en keek in het water, zoals ik altijd in de buurt van water doe. Een klein, beetje paniekerig, gezichtje keek mij recht in de ogen. Daar stond mijn oudste dochtertje, half verscholen onder het bruggetje. Ze had op een behoorlijk fysieke manier de omgeving ontdekt. Kletsnat was ze. Het mooie touwenparcours over het riviertje had ze niet kunnen weerstaan. In het diepere gedeelte van de rivier bleek dat ze niet genoeg kracht in haar handen had. De touwen glipten uit haar vingers. Kopje-onder was ze gegaan. Toen ze merkte dat ik er heel hard om moest lachen veranderde haar bijeengeknepen kleine mondje langzaam naar de bekende brede lach. “Tijd om je zwembroek aan te doen meisje!”, riep ik. Daar was ze het mee eens en snel rende ze naar de tent. Ik liep verder naar de bewuste barbeelplek. Ze zwommen er nog!