Normaal gesproken vis ik, buiten de vakantieperiodes, door
de week niet vaak een nachtje. ’s Ochtends drie kinderen gereed maken voor een
nieuwe schooldag en zelf ook fatsoenlijk op mijn werk verschijnen is niet
bepaald relaxed na een nachtje vissen. Soms doe ik het toch en vaak heeft dit
met het weer te maken. Ook deze keer. Het is donderdagavond 25 april en deze doordeweekse
nacht zal één van de warmere nachten zijn in de aankomende periode. Hèt moment
om mijn aangevoerde stek te testen. De afgelopen sessie ving ik er niks, maar toen
was het met een oostelijke wind ook erg koud. De blank van toen kan daar het gevolg van zijn. Vang ik deze warmere nacht weer niks, dan is het tijd om te gaan twijfelen
over of ik wel moet blijven voeren op deze plek. Het betreffende water is wel
een zogenaamd voerwater. Zonder voorvoeren heb ik hier nog nooit succes gehad.
Met voeren wel, maar dat was allemaal na de paaiperiode.
![]() |
De blank die je wist dat zou komen... bron: koningslied ;) |
Waar zit de vis nu? Dat
is de vraag! Als ik het wist zou het allemaal een stuk makkelijker zijn. En
misschien zou ik dan zelfs zonder voeren wel succesvol kunnen zijn. Erachter
komen waar de vis zit is eigenlijk geen doen op dit water. Het water heeft een
grillige vorm, veel ondiepe inhammen, stranden, eilanden etc. Het is zo groot dat
surfers en zeilers er hun hart kunnen ophalen. Het water is troebel. Karpers
springen er zelden. Per iedere twee hectare zwemt gemiddeld misschien maar één
karper rond. Kortom, geen makkelijk te klaren klus! En dat is nu juist ook
meteen de charme van dit water…