maandag 7 november 2011

De laatste nacht


In een vorige update – zie verslag: Van karper naar snoek (de overgang) – gaf ik aan dat ik dit jaar wat moeite had met de overgang van het karpervissen naar het doodaasvissen. Ik heb daarna niet echt een keuze gemaakt en ben het allebei nog een tijdje blijven doen. Twee keer ben ik gaan doodazen en twee keer heb ik een nachtje gekarperd. Qua product is de stand inmiddels 2-0 voor het doodazen.  Qua proces is het gelijkspel. Of ik nu aan het doodazen ben of aan het karperen, ik geniet met volle teugen. Hieronder een gedachtegang die ik tijdens mijn laatste nacht karperen, seizoen 2011, heb opgeschreven.

Kan dat? In je eentje vissen en een gevoel van romantiek beleven. Is het wel romantiek? Misschien eerder melancholiek. Door gedachten die ver teruggaan naar het verleden gebeurt er iets met me. Ik zit aan een water. Een water waar ik vroeger ook veel zat. Alles wat ik om mij heen zie heeft een connectie met het verleden. In de verte branden dezelfde lantaarnpalen als tientallen jaren geleden. Het weiland waar vroeger de koeien liepen is er nog. Nu met wat schapen, maar het is hetzelfde weiland. De bomen staan er ook nog allemaal, nu iets dikker en hoger. Mijn gedachten gaan terug naar de tijd dat ik hier met Jan viste. Ik keek tegen Jan op. Hij was een echte visser. Iemand die zijn eigen deegjes maakte. Ik wist dat hij roggebrood gebruikte en stroop, maar verder was het geheim. Hij kneedde dit deeg ter grootte van een pingpongbal om de hele haak heen, zodat de slimme karpers de haak niet zouden zien. Jan viste met een oneindig geduld. Hij lag soms plat op de grond, keek over het water en bestudeerde elke rimpeling die volgens hem veroorzaakt was door een sluwe karper. Ik zag niks, maar geloofde hem. Jan, een echte visser waar ik me gelukkig bij voelde. Ik keek tegen hem op, maar waarom eigenlijk? Hij ving nooit iets…

Nu, als volwassen man, vermoed ik dat de door Jan gevangen vissen alleen in zijn verhalen bestonden. Nooit heb ik hem een vis zien vangen. Nooit heb ik foto’s als bewijs gezien. Ik geloofde Jan net zoals ik in Sinterklaas geloofde. Ik wilde in hem geloven. Langzamerhand ging ik me meer verdiepen in het karpervissen. Ik werd lid van een visblad en las een artikel over een uit Engeland overgewaaid wonder. Het ging over hardgekookte deegballetjes gemaakt van kippenvoer en eieren. Deze deegballetjes hadden een moeilijke naam. Ik sprak het uit als bóólies. De haak hoefde je niet te bedekken. De bóólie hing er aan een dun touwtje onder. De domme karpers zagen de haak toch niet. Ik verloor een held. Jan werd weer de gewone overbuurman. Ik geloofde hem niet meer. Had hij al die jaren een goede visser geacteerd? Geloofde hij in zichzelf? Dit laatste zou me nog een beetje troosten. Ik ben steeds technischer gaan vissen, maar hunker af en toe naar vroeger. Melancholisch word ik ervan. Ik wil zo graag in Jan geloven, maar ik kan het niet meer…  

8 opmerkingen:

  1. Mooi verhaaltje om te lezen.

    MVG Sander Kunst

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jan. Een man met roogebrood en stroop aan de haak, En iets geheims. Hij ving nooit wat. En nu heet hij overbuurman. Samengevat je verhaal.

    Een prachtig verhaal. Er is echter wel een hiaat beste Koen. Hij heeft namelijk wel iets gevangen edoch nooit gedrild. En die vis heet Koen. Zonder Jan was er geen koenverweij.blogspot.com geweest, zonder Jan was er nooit die beleving geweest die je nu zo mooi onder woorden weet te vatten. Ik stel voor dat je de overbuurman gewoon weer Jan noemt. Dat heeft hij verdiend.

    Chapeau ouwe, ik heb genoten!

    :)

    Rolf

    BeantwoordenVerwijderen
  3. hallo koen,
    af en toe plat op je pens naastje steunen gaan liggen en dan maar gluren over het water;
    dit werkt bij mij echt!ook lekker om je rug even te strekken als je uit je packaseat rolt....
    groet,patrick

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hi Koen,

    Vroeguh, prachtig. Wie kent ze niet de karperfluisteraars van weleer die zogenaamde vangsten van de daken schreeuwde.

    Grtx,

    FER

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hoi Koen,


    Zeker een jaar of 55 geleden mocht ik met mijn Amsterdamse opa voor het eerst van mijn leven mee vissen.
    mijn opa was een echte karpervisser.wat had hij een indrukwekkende verzameling Rotterdammers gebonden op zijn houten tuigenplank.
    Ook mijn opa heb ik nooit iets zien vangen,maar ben hem desondanks nog steeds dankbaar dat hij het karpervuurtje in mij heeft ontstoken.
    Ik weet nu zelfs nog de plek waar we hebben gevist..De Belt
    in Ilpendam bij de 3 Zwaantjes

    Groet Hans

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Sander: Bedankt! Fijn om te horen :)

    @Rolf: Begrijpend lezen gaat je goed af Rolf ;) Je hebt gelijk! Ik noem hem weer Jan…
    Bedankt voor weer zo’n mooie reactie. Word ik blij van :)

    @Patrick: Als het werkt vooral blijven doen! Leuk dat je weer gereageerd hebt man!

    @FER: Tja, toch zijn zij vaak de inspiratiebronnen voor veel vissers. Vandaar ook dat ik Jan dankbaar moet zijn en ook wel wil zijn hoor, haha.

    @Hans; Mooi dat je dit hier met ons deelt. Ik zie het voor me. Hans als jongetje samen met zijn opa. Prachtig!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Koen,
    Wellicht een beetje late reactie van mij in december, maar verhaal sprak mij aan.

    Toen ik jong was had ik ook zo'n buurman waar ik de basis vaardigheden (snoeken/karperen) van geleerd heb. Voor zover ik mij kan herinneren heb ik 'm echter weinig zien vangen, totdat ik stiekum op een zomeravond laat uit het dakraam naar buiten keek.... Oeps er werd wel degelijk wat gevangen buiten kindertijd om!

    P.s. er is niets mis mee om een held te hebben, deze moet je koesteren.

    Met vriendelijke groet,
    John Marc

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Hallo John Marc,

    Erg leuk dat je hier even een reactie hebt achtergelaten! Bedankt!

    Als je zelf zo'n buurman hebt gehad, begrijp ik dat dit verhaal je aanspreekt :)

    Leuke reactie John Marc! Nogmaals bedankt!

    Vriendelijke groet,

    Koen.

    BeantwoordenVerwijderen