maandag 26 september 2011

Wij zullen doorgaan

Inmiddels weet ik iets meer over de recreatieplas waar ik in het voorjaar twee karpers ving. Ik weet nu bijvoorbeeld dat het bestand, met nog geen twee karpers per hectare, niet groot is. De plek waar ik in het voorjaar de twee karpers ving was helaas al bezet. Een karpervisser die Jens en ik allebei kennen was er aan het voeren. Stekkenpezers zijn wij niet en dus moesten we uitwijken naar een ander deel van de plas.  Daar hadden we drie dagen met boilies voorgevoerd en zaterdagavond zaten we met een goed gevoel achter onze hengels. Nou ja, het gevoel had beter kunnen zijn want helaas zaten schuin tegenover ons ook een paar karpervissers die ons gedeeltelijk blokten.  

De laatste bloemen van dit jaar houden moedig stand.









Het was een prachtige avond. Niet koud, niet warm, precies goed vonden wij. Of de karpers er ook zo over dachten? Zaten ze überhaupt wel in de buurt van onze stek? We hadden geen idee, maar Jens en ik houden wel van een uitdaging. Stel, we zouden wel wat vangen! Het zou fantastisch zijn…
Het wordt alweer vroeg donker en Jens en ik zitten vol verwachting achter onze hengels. Een knipperend lampje komt op ons afgerend. Dichterbij gekomen zien we dat er ook nog een hond aanvast zit die in zijn enthousiasme een duik in het water naast mijn hengels neemt. We vinden het grappig en stekverstorend zal het wel niet zijn. De karpers op deze plas zijn niet anders gewend. Af en toe horen we een vis aan de oppervlakte klappen met een staart. Klinkt niet als karper.
We kletsen nog een uurtje, luisteren naar eventuele karperactiviteit, maar horen vooral het langzaam opstarten van het nachtleven rondom deze plas. Op een parkeerplaats bij ons in de buurt horen we de zware bassen uit de speakers die de koffers van de opgeshowde auto’s vullen. Zonde van de ruimte. Je kunt vrijwel geen bagage meenemen. Gaan ze nooit op vakantie met de auto? En nog belangrijker, waar laat je je visspullen! Tja, een koffer op het dak zal ook wel geen optie zijn en een trekhaak met een kar zou er te grappig uitzien. Nee, waarschijnlijk hebben ze een ander gevoel voor humor dan ik.
Luisterend naar de nachtelijke geluiden kruipen we in onze slaapzakken en vallen in een diepe slaap. Te lang en te lekker had ik geslapen toen ik wakker werd van het gepiep van een van mijn beetmelders. Het was zeven uur ‘s ochtends. Een terugzakker gaf me toch nog even de hoop dat het een karper was. Helaas, het was een brasem. Zonder het net vies te maken onthaak ik het beestje in het water. Jens is ook wakker en samen overdenken we de nacht. 


Zo stonden ze er de hele nacht werkeloos bij.

De andere vissers schuin tegenover ons vingen ook geen karper. We hadden goed voorgevoerd. De kans is  groot dat de karpers zich niet ophouden op dit gedeelte van de plas. Ook al zitten we hier lekker, nog een week stug doorvoeren is misschien niet verstandig. We kiezen een andere stek waar we deze week gaan voeren, misschien zelfs wel op een ander water. Volgende keer hopen we succesvol te zijn. Nog even lekker vangen voordat de temperaturen zo laag worden dat ik weer de snoekkriebels krijg. Het karpervissen is mijn grote liefde, maar ik moet toegeven dat ik door de naderende winter steeds vaker denk aan grote vissen met tandjes.  Eerst volgend weekend even een paar karpers vangen. Zou het zo eenvoudig zijn?

Door de naderende winter denk ik steeds vaker aan tandjes.

2 opmerkingen:

  1. Koen,
    Mooi verwoord sfeer plaatje. Van de ene kant wil je nog eruit trekken wat mogelijk is, aan de andere kant in gedachten al de bakens aan het verzetten. Levend met de seizoenen en de daarbij behorende vissen. Tenminste zo beleef ik dat.

    Grtx,
    FER

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En zo beleef ik het ook FER :)

    Groet,

    Koen.

    BeantwoordenVerwijderen